Doelstelling en beleidsplan

Doel:

       De doelstelling conform artikel 2 van de akte van oprichting de dato 19 oktober 1988 luidt:

1.    De stichting heeft ten doel het geven en bevorderen van geloofsonderricht, bijbelse vorming, geestelijke spiritualiteit in overeenstemming met de algemeen erkende beginselen en pastorale richtlijnenvan de Rooms Katholieke Kerkprovincie in Nederland, alsmede het lenigen van geestelijk en materiële noden onder de medemens vanuit christelijke geloofsprincipes, en voorts al hetgeen met het bovenstaande verband houdt of daaraan
bevorderlijk kan zijn.

2.    De stichting tracht haar doel ondermeer te verwezenlijken door het oprichten, in         standhouden en openstellen van een of meer centra voor ontmoeting,
       bezinning en organiseren van studiebijeenkomsten.

Vermogen:
        Het vermogen van de stichting, conform artikel 3 van de akte van oprichting worden    gevormd door:

  1. donaties en schenkingen,
  2. schenkingen, erfstellingen en legaten,
  3. alle andere verkrijgingen en baten.

   Beleidsplan:

  1. Met de aanwezige financiële middelen, zal het bestuur trachten de doelstellingen, zoals hierboven omschreven, optimaal te realiseren.
  2. Het grootste deel van de beoogde financiële middelen zal op een spaar – of depositorekening worden gezet. Er zal niet op enigerlei wijze mee worden belegd, anders dan in obligaties, hypotheken of soortgelijke participaties.
  3. Het bestuur zal zich, naast eigen inspanningen daartoe, mede richten op andere personen en organisaties, wiens doelstellingen en projecten aansluiten bij de doelstellingen van de stichting.
  4. Voornoemde personen en organisaties kunnen via de secretaris van de stichting schriftelijk een aanvraag indienen ter ondersteuning van hun doelstellingen en/of activiteiten.
  5. De secretaris zal, in schriftelijk overleg met het bestuur, bestaande uit voorzitter, penningmeester en secretaris, doch (bij afwezigheid of ontstentenis van een der leden van het bestuur) minimaal met de penningmeester of voorzitter van het bestuur, besluiten of de betreffende aanvraag door het bestuur in behandeling wordt genomen.
  6. Tevens zal het bestuur (of minimaal twee leden daarvan zoals onder punt 5 omschreven) besluiten of de aanvraag door het bestuur zélf of door een derde partij zal worden uitgewerkt en/of doorgerekend teneinde de latere besluitvorming binnen het bestuur zo effectief en efficiënt mogelijk te laten zijn.
  7. Wordt de aanvraag in behandeling genomen, dan krijgt het gehele bestuur daarvan omgaand en per Email bericht met gelijktijdige toezending van de door aanvrager ingeleverde stukken. Tevens krijgt de aanvrager daarvan bericht.
  8. Wordt de aanvraag niet in behandeling genomen, dan krijgen zowel aanvrager als het volledige bestuur daarvan bericht op een wijze zoals door het bestuur bij punt 5 is vastgesteld.
  9. Na volledige uitwerking en/of doorrekening van een in behandeling genomen aanvraag wordt deze uitwerking en/of doorrekening voorgelegd aan het bestuur in de eerst daarop volgende bestuursvergadering.
  10. In dit bestuursbesluit zal (bij een voor de aanvrager positief besluit) tevens worden vastgelegd of de follow up en/of controle en/of vorderingen van het door aanvrager ingediende project,  door het dagelijks bestuur zélf of door een derde partij zal worden uitgevoerd, teneinde de latere rapportage aan het gehele bestuur zo effectief en efficiënt mogelijk te laten zijn.
  11. Het besluit over de aanvraag wordt vastgelegd in de notulen van de betreffende bestuursvergadering en de aanvrager wordt van dit besluit door de secretaris binnen een redelijke termijn en schriftelijk in kennis gesteld.
  12. Voornoemde punten 4 tot en met 11 zijn tevens van toepassing op aanvragen en/of voorstellen die door de individuele bestuursleden zélf ingebracht worden.
  13. Voornoemde punten 4 tot en met 11 zijn tevens van toepassing op aanvragen en/of voorstellen die door de individuele bestuursleden ingebracht worden met betrekking tot het overdragen van eigendommen van de stichting
  14. Daarnaast zal het bestuur zich richten op het verkrijgen van vermogen conform de akte van oprichting, teneinde de continuïteit van de activiteiten van de stichting te waarborgen.